Welke soorten vetten zijn er?
Er bestaan verschillende
soorten vetzuren, die op basis van verschillen in scheikundige structuur in te delen
zijn in onverzadigde en verzadigde vetzuren. In de praktijk noemen we dit onverzadigd vet en verzadigd vet. Dit zijn vetzuren die in de
ene of andere categorie vallen op basis van hun scheikundige structuur. Als
voedingsstof zit vet in bijvoorbeeld halvarine, olie, vlees, kaas, koek, snacks
en sauzen. Vet is altijd een mengsel van vetzuren.
Vet speelt een rol bij hart- en vaatziekten,
overgewicht en kanker. Verder vervult het verschillende functies in het
lichaam.
Welke vetten zijn goed voor je hart en bloedvaten?
Dat zijn de onverzadigde vetten. Je verlaagt het
risico op hartziekten als je voedingsmiddelen eet die rijk zijn aan
onverzadigde vetzuren, zoals zachte margarines of plantaardige oliën in plaats
van voedingsmiddelen die rijk zijn aan verzadigde vetzuren, zoals roomboter en
harde margarines.
Specifieker: het vervangen van verzadigd vet door
onverzadigd vet verlaagt het LDL-cholesterol van het bloed. LDL-cholesterol
staat erom bekend niet goed te zijn voor de bloedvaten. Hoewel het lichaam
cholesterol nodig heeft, verhoogt een te hoog LDL-cholesterolgehalte in het
bloed de kans op hart- en vaatziekten. Voor de kans op hart- en vaatziekten is
ook de verhouding tussen LDL-cholesterol en HDL-cholesterol van belang.
Transvet verhoogt
het LDL-cholesterolgehalte ongeveer net zo veel als verzadigd vet maar geeft
een hoger risico op hart- en vaatziekten.
Wat zijn de gezondheidseffecten van omega 3-vetzuren?
Omega 3-vetzuren uit
vis verlagen de kans op hart- en vaatziekten. De omega 3-vetzuren DHA en EPA spelen
een belangrijke rol bij de hersenontwikkeling en het gezichtsvermogen van
ongeboren baby’s.
Welke rol heeft vet bij overgewicht?
Vet eten leidt niet per definitie tot overgewicht. Het
gaat er bij overgewicht om hoeveel energie de dagelijkse voeding levert en of die
energie-inname en het energiegebruik in evenwicht zijn.
Toch wordt veel vet eten gezien als een risicofactor voor het krijgen van
overgewicht. Veel vet in de voeding leidt namelijk gemakkelijk tot een voeding
die meer energie levert dan wordt gebruikt. Dat betekent dat de kans op
overgewicht toeneemt.
Wat is de rol van vet bij het ontstaan van kanker?
Er zijn geen duidelijke aanwijzingen dat het
vetgehalte van de voeding een belangrijke rol speelt bij het risico op kanker.
Indirect kan vet wel een rol spelen. Overgewicht verhoogt het risico op bepaalde
vormen van kanker.
Uit onderzoek komen enkele aanwijzingen naar voren over een mogelijk effect van
bepaalde vetsoorten op het risico op kanker. Deze zijn echter nog onvoldoende
voor harde conclusies of worden weerlegd in andere studies. Zo wordt een hoge
consumptie van omega-3-vetzuur ALA genoemd in combinatie met een hoger risico
op prostaatkanker.
Er zijn enkele studies waaruit blijkt dat een eetpatroon met veel van het omega
3-vetzuur EPA of een supplement met EPA het gewichtsverlies door afbraak van
spier- en vetweefsel bij kankerpatiënten zou kunnen vertragen of beperken. De
onderbouwing is ook hier nog onvoldoende om hierover uitspraken te kunnen doen.
Waarom heb je vet nodig?
- Vet levert energie aan het lichaam: per gram 9 kilocalorieën (kcal). Ter vergelijking: koolhydraten en eiwitten leveren 4 kcal per gram en alcohol 7 kcal.
- Vet uit eten dat je niet gelijk gebruikt als energiebron wordt makkelijk omgezet in lichaamsvet. De opslag van vet kost nauwelijks energie. Lichaamsvet is bedoeld als energievoorraad, als bescherming voor je organen en tegen de kou.
- Vetzuren zijn bouwstenen voor je cellen en ze beschermen
die cellen tegen ongewenste indringers. Verder heeft het lichaam ze nodig om je
ogen, hersenen en spieren goed te laten werken. Het lichaam kan de meeste
vetzuren zelf maken, maar een aantal niet. Vetzuren die je lichaam niet zelf
kan maken heten essentiële vetzuren. Linolzuur en alfalinoleenzuur zijn
essentiële vetzuren. Het is belangrijk dat je deze binnenkrijgt via je
voeding.
- Vet levert vitamines. Olie
levert vitamine E. Boter, halvarine, margarine en bak- en braadvet leveren
daarnaast ook vitamine A en vitamine D. Deze vitamines zijn in vet oplosbaar en
krijg je daarom ook alleen binnen via vet.
Vet blijft relatief lang in de
maag en geeft daarom voor langere tijd een verzadigd gevoel. Vrijwel alle
vetzuren uit eten worden verteerd door het lichaam. In de ontlasting is dan ook
bijna geen vet aanwezig. Als dit wel het geval is wijst dit op een verstoorde
vetvertering, bijvoorbeeld als gevolg van ziekte of medicijngebruik.
Wat is het voedingsadvies voor oliën en vetten?
Oliën en vetten met veel onverzadigd vet, zoals margarine, halvarine en oliën staan in de Schijf van Vijf. Lees meer over
oliën en vetten en vul de
Schijf van Vijf voor jou in voor een voedingsadvies op maat.
Welke vetten kun je beter zoveel mogelijk mijden?
Verzadigd vet en transvet. Het advies is om verzadigd
vet zoveel mogelijk te vervangen door onverzadigd vet, zodat het grootste
gedeelte van de vetinname uit onverzadigd vet bestaat. Daarmee daalt de kans op
hart- en vaatziekten aanzienlijk. Dit kan bijvoorbeeld door roomboter en harde
margarines te vervangen door halvarine, zachte en vloeibare margarine of oliën. Daarnaast
bevatten vette vleessoorten, koek, gebak en snacks veel verzadigd vet. Deze
kunnen vervangen worden door vis en noten.
Transvet zat vroeger ook in harde margarines, frituur-, bak- en braadvetten en in gebak, koek en snacks, maar tegenwoordig is de hoeveelheid zeer laag. Transvet komt van nature voor in melk en vlees van herkauwers zoals koeien en schapen. Door zoveel mogelijk te kiezen voor halfvolle of magere zuivel, beperk je de inname van transvet.
Wat zijn de aanbevolen hoeveelheden voor vetten?
Er zijn voedingsnormen voor de verschillende typen vet
en de hoeveelheid vet in totaal. De geadviseerde hoeveelheden worden meestal
uitgedrukt in energieprocent: het aandeel in het aantal calorieën dat het eten
levert. Minder dan 10 energieprocent verzadigd vet betekent bijvoorbeeld dat
niet meer dan 10% van alle calorieën afkomstig zou moeten zijn uit verzadigd
vet. Bij verzadigd vet en transvet is geen ondergrens bepaald, hoe minder hoe
beter.
De minimale behoefte aan vet wordt dus geschat op 20 energieprocent. Deze hoeveelheid is nodig om voldoende essentiële vetzuren binnen te krijgen, zoals linolzuur en alfalinoleenzuur. Met deze hoeveelheid krijgt iemand ook vitamine E, vitamine A en vitamine D binnen.
Hoeveel vet mag je maximaal binnenkrijgen?
Volgens de voedingsnorm is dat maximaal 40
energieprocent. Deze norm is zo gesteld omdat een eetpatroon met veel vet
overgewicht in de hand kan werken. Of vet verzadigd of onverzadigd is, maakt
voor het aantal calorieën niet uit. Voor iemand die al overgewicht heeft of
daartoe neigt, is de norm maximaal 35 energieprocent. Voor een gemiddelde
Nederlandse man, die weinig beweegt, komt 35 energieprocent neer op ongeveer
100 gram vet per dag. Voor de gemiddelde Nederlandse vrouw is dat circa 80
gram. Mensen die geen moeite hebben op een gezond gewicht te blijven, kunnen
zo’n 10 gram vet meer nemen.
Meer informatie
Meer weten over verzadigd vet? Lees deze factsheet over verzadigde vetzuren en het risico op hart- en vaatziekten: